Geschiedenis

Op 17 februari 1949 werden door de heren C.Boonstoppel, A. Kwaak en J. Zwartendijk ongeveer twintig belangstellenden uitgenodigd in café ‘De Unie’ om een tafeltennisvereniging op te richten.

Het gezelschap kende naast de initiatiefnemers enkele voor Waddinxveen illustere namen als Van Vuuren, Van Dijken, De Rooy en Brouwer.

De 13 aanwezigen, gesteund door 7 toezeggingen, gingen akkoord met de oprichting van een tafeltennisvereniging. Als financiële basis diende een lening bestaande uit 22 aandelen a fl. 10,-. Die moest uit de contributieopbrengst terug betaald worden.

De 3 initiatiefnemers werden tot bestuurslid gekozen. Dhr. L. Kwaak werd competitiecommissaris. Ballotage ging aan het lidmaatschap vooraf en nieuwe leden werden verplicht om 1 jaar contributie van fl. 0,50 per week te betalen.

Tijdens de oprichtingsvergadering kon men het nog niet eens worden over naam van de vereniging.

Op maandagavond 28 februari 1949 werden de eerste ballen geslagen in een zaaltje van café ‘Het Centrum’ aan de Gouwe.

Vroege ontwikkeling

Tafeltennis werd duidelijk belangrijker gevonden dan vergaderen. Pas van de ledenvergadering van 25 augustus 1954 is een volgend verslag bekend!

Bestuursleden waren toen de heren J.A. Kwaak, W.J. Verheul, C. Kwaak en L. Roggeveen. Wanneer de vereniging de naam ‘Kwiek’ kreeg, is onduidelijk evenals de naam van de persoon die de naam bedacht heeft.

De wedstrijdtafels stonden inmiddels in de kantine van carrosseriefabriek Verheul, die zich bevonden aan de oostzijde van de Gouwe naast de oprit van de Coenecoopbrug.

De vereniging werd toen gezien als een onderdeel van de personeelsvereniging van Verheul waar ook leden van buiten het bedrijf konden spelen.

In het begin werden de competitiewedstrijden gespeeld in de Goudse Tafeltennisbond, toen nog een ‘wilde’ bond. Pas eind augustus 1956 werd de Goudse Tafeltennisbond een afdeling van de Nederlandse Tafeltennisbond (NTTB) en konden 3 heren en 1 dames team worden ingeschreven.

In de periode ’56 tot ’63 groeide het aantal teams tot 6. 

De groei zette echter niet door, eerder het tegendeel. Daarom zocht het bestuur in 1966 naar een speelruimte binnen de bebouwde kom van Waddinxveen, om zo gunstiger omstandigheden te creëren voor een uitbreiding van het ledenbestand.

De ruimte werd gevonden aan de Ieplaan, in de gymzaal van de Chr. Landbouwhuishoudschool ‘De Rank’.

 Op 10 juni 1966 werd in een extra ledenvergadering onder voorzitterschap van dhr. J. Geerlof door de 16 leden besloten te verhuizen naar de Ieplaan. De contributie moest dan wel omhoog van fl. 2,25 naar fl. 3,75 per maand.

De verhuizing resulteerde vrijwel onmiddellijk in een toename van het ledental. Met name de jeugd vond zijn weg naar de tafeltennistafels.

De vereniging kreeg een clubtenue en ging toernooien en vriendschappelijke wedstrijden organiseren tegen o.a. personeel van autobusbedrijf Citosa en van de NKF (kabelfabriek).

In 1967 verscheen een clubblad Kwiek-nieuws waar o.a. het wel en wee van de inmiddels 7 senioren- en 2 jeugdteams gevolgd werd.

Verder kwamen er trainingsmogelijkheden voor met name de jeugdteams, werd de limonadeverkoop geregeld en kwamen er meer Speelavonden.

Naast de competitie kon er in afdelingsverband ook gespeeld worden om de ‘Ger Teunissen beker’ en de ‘Gebr. Kwaak beker’. Kortom: de vereniging werd compleet.

In 1973 werd de vereniging koninklijk goedgekeurd voor een termijn van 30 jaar. Ook werden statuten en een huishoudelijk reglement vastgesteld, zonder overigens artikel 19 van de voorbeeld statuten. Men wenste geen volledige gehoorzaamheid aan de NTTB vast te leggen.

Nieuwe ruimte

De contacten met de leiding van de huishoudschool verlopen wat stroef, er worden wat beperkingen aan het gebruik opgelegd en de huur stijgt regelmatig.

Verder groeit de juniorengroep zodat extra speeltijd geregeld moet worden en ook dat brengt kosten met zich mee. In een bestuursvergadering eind 1969 komt dan ook de behoefte aan een eigen onderkomen ter sprake.

In juni 1971 wordt in een extra ledenvergadering voorgesteld de contributies met 40% tot 50% te verhogen en de bondscontributie door te berekenen aan de spelers. Deze ingreep moet de verhoging van de huurtarieven opvangen en is een begin van een fonds voor een eigen clubgebouw.

In 1972 worden door de toenmalige voorzitter, dhr. W. de Wit, gesprekken gevoerd met de gemeente Waddinxveen over de huur van de voormalige Bethelkerk aan de J.W. Frisoweg. Dat gebouw zou een huursom van fl. 7500.- per jaar moet opbrengen exclusief elektra en verwarming. Dat was echter door de vereniging alleen niet op te brengen, reden om voor te stellen het gebouw samen met de gymnastiekvereniging TOOS te huren.

Ook het kopen van de voormalige kerk komt ter sprake. De jaarlijkse lasten zouden dan fl. 6000.- kunnen bedragen. Bovendien zou de vereniging zo de gelegenheid hebben om inkomsten te genereren uit verhuur en een beduidend hogere bar opbrengst. Maar men bekijkt meer opties. Om tot een eigen gebouw te komen, is er overleg met o.a. de schuttersvereniging en atletiekvereniging Antilope.

Ook worden de opties onderzocht van huren van een deel van een bedrijfsgebouw aan de Noordkade tot nieuwbouw bij de Willem de Rijkelaan.

Kwiek speelt inmiddels met 10 senioren en 5 jeugdteams in de competitie. Voor de juniorengroep geldt een ledenstop bij 40 spelers. De contributie wordt weer fors verhoogd t.b.v. Het bouwfonds.

In juni ’74 besluit men om samen met TOOS de voormalige Bethelkerk te huren met een opzegtermijn van 1 jaar. De verhuurder wil wel de mogelijkheid open houden om de ruimte te kunnen inzetten voor lessen van de sterk groeiende ‘Samenwerkingsschool’.

Met wat kleine aanpassingen in het gebouw en een nieuwe zaalverlichting kan op 23 augustus 1974 het gebouw in gebruik worden genomen. TOOS is hoofdhuurder en draagt voor 4/9 bij aan de kosten, KWIEK draagt de overige kosten.

De bardienst wordt door leden van de gymvereniging verzorgd en dat gaat over het algemeen redelijk. Het komt echter wel eens voor dat een lieve breiende TOOS dame om 23.00 uur naar huis wil als het voor de KWIEK spelers net gezellig gaat worden.

De vereniging floreert door de ruimere speelmogelijkheden en met name de jeugdleden stromen weer toe. Er spelen 7 juniorenteams in de competitie.

In 1978 wordt duidelijk dat de bouw van een eigen clubgebouw, met welke medegebruiker dan ook niet haalbaar is.

Eigendom

In 1980 geeft de gemeente aan het gebouw te willen verkopen aan de huurders. Na stevige onderhandelingen wordt KWIEK voor fl. 14.000.- eigenaar van het gebouw en verplicht zich TOOS als huurder te accepteren. Op 1 april 1981 wordt de akte getekend door de toenmalige voorzitter F. Wickel.

De financiële toestand van de vereniging was zodanig dat er geen financiering nodig was en dat terstond de nodige verbouwingen van kleedruimten en bar gerealiseerd konden worden. De werkzaamheden werden voor het grootste deel in eigen beheer uitgevoerd.

Voor de competitie van 1987 werden maar liefst 18 senioren en 4 juniorenteams ingeschreven en in 1995 nam de vereniging afscheid van TOOS en werd het gebouw geheel voor het spelen van tafeltennis ingericht.

Tot heden is het voormalige kerkgebouw aan de J.W. Frisoweg nog steeds het onderkomen van de tafeltennisvereniging die, met als een van de redenen de veranderende en steeds individualistischer maatschappij, voor wat het ledental betreft een stapje terug heeft moeten doen.

Sportieve prestaties

De sportieve prestaties zijn door de loop der jaren in hoofdzaak beperkt gebleven tot het niveau van de afdeling of de regio. Wel hebben enkele junioren teams in competities op landelijk niveau gespeeld. 

Een aantal juniorspelers waaronder Ronald Rijsdorp, John van Spengen en Tim Daalhof, begonnen weliswaar hun sportieve loopbaan bij KWIEK, maar zijn, toen hun talent het niveau van onze vereniging ontsteeg, vertrokken naar grotere verenigingen in de omgeving zoals Avanti (Hazerswoude), Vriendenschaar (Gouda) en Scylla (Leiden).